Autisme: De complexe relatie tussen hersenen en darm

autisme darm

Veel aandoeningen die te maken hebben met gedrag, zoals ADHD, schizofrenie en autisme, worden beschouwd als puur neurologische (hersen) aandoeningen. Maar wat als de neurologische kenmerken alleen de meest zichtbare symptomen zijn? Als we kijken naar het volledige beeld van symptomen, wordt duidelijk dat het een aandoening van het hele lichaam betreft. Helaas wordt dit totaalplaatje nog altijd genegeerd. Misschien is dit ook een belangrijke reden waarom er officieel nog geen behandeling is voor de verbetering van autisme. Officieel wordt vastgehouden aan de opvatting dat autisme niet te genezen is en dat alleen de nadelige gevolgen van deze stoornis beperkt kunnen worden. Wanneer we echter naar het hele lichaam kijken, zou je veel eerder tot de conclusie kunnen komen dat wat wij als autisme beschouwen (problemen met sociaal gedrag en repetitief handelen) misschien niet de oorzaak, maar het gevolg is van een groot aantal processen in het lichaam die niet optimaal verlopen.

“Geef me de moed om te veranderen wat ik kan veranderen. Geef me de wijsheid om te accepteren wat ik niet kan veranderen. Geef me het inzicht om het verschil tussen beide te zien” Franciscus van Assisi

Hoe zit het met autisme in Nederland?

In 2009 schatte de Gezondheidsraad het aantal gevallen van autisme op ruim 1%, maar betrouwbare cijfers ontbreken. Uit een gezondheidsenquête in 2014 blijkt dat volgens ondervraagde ouders/verzorgers ongeveer 3% van de kinderen van 4 tot 12 jaar autisme heeft of een daaraan verwante stoornis, zoals het syndroom van Asperger of PDD-NOS. Bij jongens komt het twee keer zo vaak voor als bij meisjes (CBS, 2014),

Autisme wordt gezien als een (aangeboren) ingrijpende ontwikkelingsstoornis, waarvan de eerste kenmerken meestal tijdens de peuter- of kleuterjaren worden opgemerkt. De stoornis kan zich op verschillende manieren uiten, vandaar dat het nu ook als een spectrumstoornis wordt beschouwd. Kenmerkend voor autisme is het verminderde vermogen tot sociaal contact, moeite met communiceren, het vasthouden aan starre patronen, angst en een beperkt, repetitief of stereotiep gedragspatroon.

Naast gedragsproblemen zijn er ook andere symptomen die veel mensen met autisme gemeen hebben. Hoewel er doorgaans niet echt naar deze symptomen wordt gekeken, blijkt uit onderzoek dat het geen toevalligheden zijn dat juist deze symptomen gepaard gaan met autisme.

Volgende lichamelijke symptomen worden bij autisme vaak over het hoofd gezien:

  • Darmproblemen
  • Diarree
  • Obstipatie
  • Opgeblazen buik
  • Buikpijn
  • Vaak terugkerende infecties
  • Inflammatoire darmziekte (IBD)
  • Voedselallergieën
  • Slaapproblemen
  • Chronische ontstekingen
  • Slikproblemen
  • Overgeven

Wat heeft de darm met de hersenen te maken?

Naast neurologische problemen hebben volwassenen en kinderen met autisme 30-70%, en volgens sommige studies zelfs 90% vaker darmproblemen dan de vergelijkingsgroep zonder autisme.

Door de aanwezigheid van opvallend gedrag en sociale problemen trekken de darmproblemen veel minder aandacht. Ook bestaat de neiging om de oorsprong van een bepaalde aandoening of ziekte op dezelfde plek te zoeken waar de meest zichtbare symptomen zich uiten, waardoor we de ware oorsprong vaak over het hoofd zien.

Over hoe darmproblemen aan problemen in de hersenen kunnen bijdragen, werd veel te weinig gesproken. Nu er langzaam meer bekend wordt over de invloed van de darm op onze gezondheid, wordt ook meer bekend over de communicatie tussen darm en hersenen. De wisselwerking in beide richtingen is enorm. Wat wij zien, meemaken en voelen beïnvloedt in grote mate onze darm (stress). Maar de communicatie in omgekeerde richting vanuit de darm naar de hersenen is nog veel invloedrijker dan we dachten.

6 manieren waarop de darm het brein beïnvloedt en zo ons denken en gedrag kan veranderen:

1. Leaky gut (lekkend darm syndroom):

Leaky gut staat aan de basis van een groot aantal ziektes en neurologische aandoeningen zoals schizofrenie, autisme, bipolaire stoornis, depressie, angst en parkinson. Leayky gut, of het lekkende darmsyndroom, ontstaat door een verzwakking van de stevige verbindingen (tight junctions) tussen de slijmvliescellen in de darmwand. Een dunne laag slijmvliescellen scheidt de darminhoud van het bloed. Deze slijmvliescellen zijn van groot belang en vormen een strenge grenscontrolepost. Zij bepalen wat door mag en wat zeker niet binnen mag. Door de verzwakking van de stevige verbindingen valt de controlepost weg.

Hierdoor kunnen niet alleen belangrijke voedingsstoffen maar ook bacteriën, virussen, afvalstoffen en toxines uit de dunne darm ongehinderd in het bloed terechtkomen. Het lichaam reageert direct op al die indringers en slaat alarm. Het immuunsysteem treedt in werking met allergische reacties en chronische ontstekingen tot gevolg. De stoffen die door het immuunsysteem worden afgegeven (cytokinen) bevorderen het ontstaan van een doorlatende bloed-hersenbarrière (zie hieronder). 

Belangrijke oorzaken voor leaky gut zijn:

  • SIBO (small intestinal bacterial overgrowth)
  • Schimmel overgroei (candidiasis)
  • Infectie met parasieten
  • Intolerantie voor gliadine (gluten sensibiliteit of coeliakie)
  • Stress

2. Leaky brain:

Onze hersenen worden normaal gesproken goed beschermd en afgeschermd tegen schadelijke stoffen door de zogenoemde bloed-hersenbarrière. Deze barrière scheidt de bloedsomloop af van het omringende hersenweefsel en laat alleen bepaalde stoffen door. Maar niet alleen de darmbarrière kan doorlatend worden, ook de hersenbarrière. Een verkeerde samenstelling van de darmflora en gifstoffen die door schadelijke bacteriën worden geproduceerd, kunnen, net als stress en slaaptekort, de hersenbarrière aantasten. Hierdoor valt de tweede controlepost weg die ons belangrijkste orgaan beschermt tegen virussen, bacteriën, toxines, ontstekingseiwitten en andere schadelijke stoffen. Alles wat nu door de lekke darmwand heen komt, kan uiteindelijk ook in de hersenen terechtkomen.

3. Onevenwichtige darmflora (dysbiose):

Een gezonde darmflora is essentieel voor het functioneren van de stofwisseling en daarmee voor elke cel in ons lichaam. Als de darmflora verstoord is, functioneert de vertering niet optimaal, en kunnen belangrijke voedingstoffen (vitaminen, mineralen, vetzuren) niet goed worden opgenomen.

Een verstoorde darmflora kan symptomen zoals diarree, constipatie, een opgeblazen gevoel en buikpijn verklaren. Dezelfde symptomen zijn ook van toepassing bij SIBO (small intestinal bacterial overgrowth). Recente studies tonen aan dat 37% van de kinderen met autisme SIBO hebben, waarbij vooral de meest ernstige vormen van autisme vaak gepaard gaan met SIBO. 

Wat is SIBO?

SIBO is een overgroei van zowel goede als slechte bacteriën op de verkeerde plek, namelijk de dunne darm, waar normaal gesproken voornamelijk chemische processen plaatsvinden. De bacteriën in de dunne darm voorkomen dat B-vitamines en vetoplosbare vitamines zoals A, D en E goed worden opgenomen. Het ontbreken van B-vitamines leidt tot een cascade van stofwisselingsproblemen. Ook de opname van goede vetten, die essentieel zijn voor de hersenen, is verstoord bij SIBO.

Gevolgen van een slechte samenstelling van de darmflora:

De samenstelling van  bacteriën in de darm van kinderen met autisme verschilt sterk van die van kinderen zonder autisme. Bij kinderen met autisme zijn minder verschillende soorten bacteriën aangetroffen en een grotere hoeveelheid schadelijke organismen.

Een afwijkende darmflora voorkomt de vorming van belangrijke vitamines en heeft invloed op hoe ons lichaam omgaat met stress, angst en depressie. De vorming van gifstoffen door sommige bacteriën verstoort de werking van onze hersenen. Gevoelens zoals angst, depressie en sociaal gedrag worden duidelijk beïnvloed door de samenstelling van de darmflora.

Onderzoek bij muizen heeft aangetoond dat een verandering in de darmflora het gedrag van deze muizen kan beïnvloeden. De nakomelingen van gezonde muizen, waarvan de darmflora werd veranderd door slechte voeding, vertoonden ineens autisme-achtig, sociaal verstoord gedrag. Dit gedrag kon echter genormaliseerd worden door darmflora transplantatie of, zoals in ander onderzoek met muizen, door het toedienen van bepaalde probiotica. Hoewel mensen geen muizen zijn, is de uitkomst van dit onderzoek uitermate belangrijk voor ons begrip van hoe ingrijpend de werking van de darmflora is.

4. Tekort aan voedingsstoffen:

Hoewel we geen tekort aan voedsel hebben, ervaren bijna alle mensen, inclusief onze kinderen, tekorten aan belangrijke voedingsstoffen. Ons dieet is in de loop der tijd eenzijdig geworden of voldoet niet aan specifieke behoeften, waardoor ons lichaam ondanks een vol bord honger kan lijden.

Moeilijke eters:

Opvallend uit meerdere studies over de relatie tussen autisme en darmproblemen is het feit dat autistische kinderen een veel sterkere afkeer hebben van bepaald voedsel dan andere kinderen! Dit resulteert in een nog eenzijdiger dieet en extra tekorten aan voedingsstoffen. Een verstoorde darmflora verhoogt het onbedwingbare verlangen naar specifiek voedsel, waardoor slechte bacteriën de overhand krijgen en het darmmilieu veranderen in hun voordeel. De afkeer wordt ook deels verklaard door sterk ontwikkelde sensorische sensibiliteit, zoals een sterk ontwikkelde reukzin of mondgevoel bij kinderen met autisme.

Slechte opname van voedingstoffen:

Het kan ook voorkomen dat belangrijke voedingsstoffen wel worden ingenomen, maar dat de darm ze niet goed kan opnemen, zoals bij SIBO het geval is.

Een tekort aan voedingsstoffen beïnvloedt alle cellen, het immuunsysteem en de afbraak en opbouw van neurotransmitters, wat op zijn beurt van invloed is op onze stemming. Een tekort aan vitamine B  kan bijvoorbeeld leiden tot een groter gevoel van angst, doordat bepaalde stoffen (fenolen) niet volledig kunnen worden afgebroken en zich hechten aan plaatsen die bedoeld zijn voor de afbraak van adrenaline. Vitamine B12 in de hersenen van kinderen met autisme is 3,5 keer lager dan bij kinderen zonder autisme, wat een belangrijke oorzaak zou kunnen zijn van diverse problemen die met autisme worden geassocieerd.

Overschot of tekort aan neurotransmitters:

Zenuwcellen communiceren met elkaar via neurotransmitters. Net als een pontje auto’s over een rivier kan vervoeren, brengen neurotransmitters boodschappen en signalen over van de ene zenuwvezel naar de andere. Neurotransmitters kunnen tegenstrijdige signalen overbrengen, en hun productie is grotendeels afhankelijk van de darm of van de aanmaak/opname van vitamines en aminozuren uit de darm als bouwstenen.

Serotonine

Serotonine bevindt zich voor 95% in de maag en darm. Mensen met autisme hebben vaak en overschot of juist tekort aan serotonine en dopamine. Te veel aan serotonine verhoogd angstig of agressief gedrag. Volgens een studie zou 1/3 van de mensen met autisme een te hoge serotonine niveau in het bloed hebben.

Een te lage serotonine spiegel komt weer vaker voor bij mensen die repetitief/compulsief gedrag, sociale problemen, communicatieproblemen en prikkelbaarheid vertonen. Net als leerproblemen, slaapproblemen, stemmingswisselingen, gevoeligheid voor geluid (vaker bij mensen met PDD-NOS).

Dopamine

Te weinig dopamine maakt focussen en attent blijven moeilijk, te hoog dopamine zorgt voor een overflow aan indrukken die niet verwerkt kunnen worden. Beide leidt tot problemen.

GABA

Tegelijkertijd is vaak een tekort aan GABA aanwezig. Een neurotransmitter die juist voor rust in de hersenen zorgt. GABA ‘kalmeert’ de hersenen door het blokkeren van andere neurotransmitters die het brein stimuleren. 

5. Voedsel allergieën:

Verschillende onderzoeken wijzen uit dat mensen met autisme vaker problemen hebben met het immuunsysteem en allergieën. Autisme gaat vaak samen met atopische dermatitis (zeer droge huid), astma (69%), allergische rhinitis (66%) en  voedsel allergieën.

Hoewel voedselallergieën niet vaker voorkomen dan bij mensen zonder autisme, worden ze minder vaak gediagnosticeerd. Het betreft vaak chronische allergieën of gevoeligheden voor bepaald voedsel die moeilijker te detecteren zijn. Onderzoek naar voedselallergieën bij mensen met autisme heeft verhoogde angst in sociale situaties en angst voor afwijzing en sociale vernedering aangetoond, met name bij gluten- en caseïnegevoeligheden.

Hoewel voedselallergieën niet vaker voorkomen dan bij mensen zonder autisme, worden ze minder vaak gediagnosticeerd. Het betreft vaak chronische allergieën of gevoeligheden voor bepaald voedsel die moeilijker te detecteren zijn. Onderzoek naar voedselallergieën bij mensen met autisme heeft verhoogde angst in sociale situaties en angst voor afwijzing en sociale vernedering aangetoond, met name bij gluten- en caseïnegevoeligheden.(non celiac gluten sensitivity

6. Schimmelinfecties:

Naast een verstoorde samenstelling van bacteriën in de darm is er vaak ook sprake van een afwijking in de hoeveelheid schimmels bij mensen met autisme. Zo komt een  candida-infectie dubbel zo vaak voor bij mensen met autisme. Schimmelovergroei bevordert en versterkt ontstekingsreacties, beïnvloedt het immuunsysteem en bemoeilijkt de ontgifting. Schimmelinfectie versterkt de disbalans in de samenstelling van bacteriën. Bovendien scheiden schimmels gifstoffen uit die de hersenen kunnen beïnvloeden en daarmee ook het gedrag.

Bij ziektes hopen we vaak op het vinden van die ene oorzaak die dan met een oplossing (het wondermiddel) behandeld kan worden. De meeste aandoeningen zijn echter niet eenvoudig en vormen een accumulatie van oorzaken die ook een individuele aanpak op meerdere niveaus vereisen.

De darm speelt een vaak onderbelichte rol in de cocktail die autisme doet ontstaan:

De darm speelt een vaak onderbelichte rol in de cocktail die autisme doet ontstaan. Autism is niet alleen te verklaren door darmproblemen, genetica, een verstoorde ontgifting, of verstoorde methylering van het lichaam. Al deze elementen samen vormen echter een cocktail die tot deze aandoening leidt. Het ontvlechten en laag voor laag doorgronden van de verschillende factoren kan uiteindelijk leiden tot een oplossing voor deze ingewikkelde knoop en een duidelijke verbetering. Hierbij is het van belang om het hele lichaam in beschouwing te nemen, waarbij het herstel van een lekkende darm, het herstel van de darmflora en het aanvullen van ontbrekende voedingsstoffen als basis fungeren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schuiven naar boven