Balans problemen zijn gluten de oorzaak?

gluten hersenen

Het is weinig bekend dat een verstoord evenwicht en balansproblemen ook met gluten te maken kunnen hebben. Iedereen heeft inmiddels wel eens van coeliakie gehoord. Coeliakie is
een auto-immuun-aandoening waarbij je immuunsysteem je eigen lichaam aanvalt. Bij coeliakie wordt de aanval geopend op transglutaminase.
Transglutaminases zijn lichaamseigen stoffen, eiwitten die verschillende functies hebben. Bij een coeliakie vormt het lichaam antistoffen tegen gluten (anti-gliadine IgA) en tevens tegen eigen
lichaamsweefsels (anti-transglutaminase IgA – auto-immuniteit). De antistoffen bij coeliakie zijn tegen een bepaalde vorm van transglutaminase namelijk transglutaminase 2 gericht dat met name in
de darm voorkomt. Wat er gebeurt, is dat gluten zich binden aan de darmwand. Transglutaminase herkent de gluten en voert enzymatische reacties uit. Hierdoor verandert de structuur van de gluten en wordt de binding aan het darmepitheel nog sterker.

Dit onnatuurlijke gluten-darmcomplex leidt tot een ontstekingsreactie, omdat het immuunsysteem niet weet of dit een vriend of vijand is. Het immuunsysteem bestrijdt het complex en daarmee ook de darmwand.

Gevolg is meer schade aan de darmwand elke keer dat je gluten eet.

Gluten hebben ook invloed op andere delen van het lichaam

Maar naast transglutaminase 2, zijn er ook andere transglutaminase eiwitten in het lichaam. Twee belangrijke zijn transglutaminase 3 dat in de huid zit en transglutaminase 6 dat met name in de kleine hersenen (cerebellum) en de thalamus (motor control) zit.

 

 

Je lichaam kan ook antistoffen tegen deze transglutaminase aanmaken. Bij transglutaminase 3 ontstaan huidproblemen als je gluten eet. Bij transglutaminase 6 antistoffen ontstaan er problemen in de hersenen als je gluten eet.

Wanneer kunnen antistoffen tegen hersencellen ontstaan?

De hersenen zijn op zich beschermd door de bloedhersen-barrière, dus er worden niet zo snel anti- stoffen aangemaakt tegen eiwitten/weefsel in de hersenen. Maar de aanwezigheid van transglutaminase 6 antistoffen (waardoor je immuunsysteem delen/cellen in je hersenen aanvalt) zou het gevolg kunnen zijn van hersenbeschadiging (bijvoorbeeld een hersenschudding)
en/of een beschadiging van de bloedhersen-barrière en daarmee gepaard gaande ontsteking. Bij een hersenschudding gaat de bloedhersen-barrière korte tijd van zelf open. Maar ook een
verhoogde darmdoorlaatbaarheid of “leaky gut” (lekkende darm) kan bijdragen aan het ontstaan van antilichamen tegen weefsel in de hersenen, omdat ook hierdoor de beschermde bloedhersen-barrière
kan worden aangetast.

 

Het kan zo zijn dat een incident korte tijd voor een verstoring van de bloedhersen-barrière zorgt en het immuunsysteem de kans krijgt om naar de hersenen door te dringen. Hier kan het door verschillende mechanismes in de war raken en lichaamseigen en lichaamsvreemd niet
meer onderscheiden.

Blijft de bloedhersenbarrière open of gaat ze later door een ander incident of door een doorlaatbare darmwand weer open kunnen de transglutaminase antistoffen in de hersenen komen kunnen ze daar schade aan de kleine hersenen aanrichten. 

Andere antistoffen tegen hersencellen die ook door gluten kunnen worden getriggert:

Naast transglutaminase 6 worden ook vaak andere antistoffen tegen de cellen in de kleine hersenen aangemaakt die ook door gluten kunnen worden getriggert. Een voorbeeld hiervan zijn
anti-cerebellar anti
stoffen getriggert door gliadine in gluten die vaker in kinderen met autisme
worden gemeten. Zo vond een onderzoek dat bij kinderen met autisme in meer dan 80% van de gevallen significant hogere niveaus van zowel gluten als cerebellaire antistoffen hadden.(
1

Antilichamen kunnen in serum verschijnen lang voordat symptomen zichtbaar worden.

Gluten en neurologische symptomen:

Eerst ontdekte men dat transglutaminase 6 antistoffen een verklaring zouden kunnen vormen voor neurologische symptomen bij coeliakie patiënten. Ongeveer een kwart van de volwassen coeliakie patiënten vertoont neurologische symptomen. Bij 85% hiervan zijn anti-transglutaminase 6 antistoffen aangetroffen (2)

Coeliakie patiënten moeten gluten om elke prijs vermijden maar en hier wordt het interessant, ook mensen zonder coeliakie kunnen anti-transglutaminase 6 antistoffen hebben, die voor problemen in de hersenen zorgen. (2) Alleen kijkt bijna niemand hierna omdat ze geen coeliakie en vaak ook geen darmklachten hebben. Bij volwassenen wordt niet vaak naar coeliakie gezocht omdat men ervan uitgaat dat coeliakie al in de kinderjaren zichtbaar wordt. Naar antistoffen tegen transglutaminase 6 wordt helemaal niet gekeken omdat transglutaminase 6 nog niet zo bekend en niet erkend is door de WHO. Ik meet deze antistoffen echter regelmatig bij mensen met chronische klachten na een hersenschudding of mensen met balansproblemen.

Mensen met antilichamen tegen transglutaminase 6 kunnen een verhoogd risico voor de ontwikkeling van neurologische ziekten vertonen zoals:

  • gluten ataxie

  • epilepsie

  • perifere neuropathie

  • paresthesieën (prikkelend, tintelend of brandend gevoel)

  • episodische hoofdpijn

  • depressie

  • angst

  • prikkelbaarheid

  • brainfog (3)

  • Cerebrale parese (een houding- en bewegingsstoornis veroorzaakt wordt door een beschadiging van de hersenen). (4)

  • progressieve MS (5)

  • ALS (6)

Dat betekend niet dat iedereen met angsten of epilepsie of MS tranglutaminase 6 antistoffen heeft. Maar er werd bijvoorbeeld wel een mogelijk verband gevonden tussen amyotrofische laterale sclerose (ALS) en auto-immuniteit met anti-transglutaminase 6 antilichamen ( studie bij 150 patiënten met primaire ALS (6). Hetzelfde geld voor progressieve MS (5). Dus als iemand een van deze aandoeningen heeft kan het zinvol zijn om te kijken of er ook een probleem met een immuunreactie tegen transglutaminase speelt.

Wat is glutenataxie?

Een van de belangrijkste gevolgen van transglutaminase 6 antistoffen is een aandoening die gluten ataxie (balansprobleem door gluten) wordt genoemd. (7)

Glutenataxie maakt 15% uit van alle ataxieën en treft vooral patiënten ouder dan 50 jaar wordt gezegd. Zonder gegevens daarover te hebben denk dat het leeftijd niet uitmaakt en loopt iedereen risico wiens bloedhersenbarrière niet goed dicht zit. Glutenataxie en wordt gekenmerkt door een geleidelijk beginnende balans en evenwichtsproblemen. Je kunt bijvoorbeeld onvast ter been zijn, of moeite hebben met het bewegen van je benen. In de meeste gevallen merken mensen problemen met hun grove motoriek als eerste – met andere woorden, ze zijn erg onhandig, ze lopen onvast met de neiging om te struikelen of misstappen te maken, en ze zijn over het algemeen erg ongecoördineerd. Naarmate de ziekte voortschrijd, begin je langzaam wat wijdbeens te lopen om je evenwicht te kunnen houden en kan het zijn dat je begint te lopen, of te praten alsof je dronken bent. Alcohol heeft invloed op de functie van de kleine hersenen, dezelfde symptomen kunnen ook optreden als de kleine hersenen op een andere manier beschadigt raken. Het veroorzaakt onhandigheid of verlies van evenwicht en coördinatie dat niet te wijten is aan spierzwakte. Ook kan bij glutenataxie sprake zijn van perifere neuropathie (zenuwpijn aan handen en voeten). (8).

Ataxie symptomen:

De symptomen van ataxie kunnen variëren, maar kunnen het volgende inhouden:

  • Problemen met het gebruiken van vingers, handen, armen

  • Verlies van fijne motorische vaardigheden zoals schrijven, knopen dicht maken, rits dichtmaken

  • Slechte coördinatie,

  • Klachten aan de voeten en de onderbenen

  • Problemen met spreken (onduidelijke uitspraak slurred speech)

  • Problemen met het bewegen van de ogen visuele problemen.

  • Slechte coördinatie en/of evenwicht

  • Tintelingen in ledematen tintelingen, een doof gevoel of een brandend gevoel bijvoorbeeld in de voeten of in de handen.

  • Problemen met lopen

  • Hoofdpijn migraine-achtig

  • Oculomotorische afwijkingen (oog-coordinatie problemen, nystagmus, vertaging van snelle oogbewegingen en niet naar boven kunnen kijken (upward gaze palsy), Oscillopsie onwillekeurige bewegingen, dubbelzien). (9)

Behandeling

Het kan lang duren tot die symptomen zichtbaar worden.

 

De langdurige glutenconsumptie bij patiënten met glutenataxie leidt tot een progressief verlies van Purkinjecellen in de kleine hersenen. Verloren cellen kun je niet meer terug brengen. Met een vroege diagnose van glutengerelateerde aandoeningen neemt de mogelijkheid toe om het neurologische proces te verbeteren. Volgens onderzoek wordt verbetering meestal 1 jaar na het starten van de glutenvrij dieet gezien. De verdwijning van antilichamen tegen gluten is de beste marker om te zien of het gelukt is om echt glutenvrij te eten.

Volgens deze studie duurt het over het algemeen van 6 tot 12 maanden om een verdwijning van serumantilichamen te verkrijgen (10). Mijn ervaring is dat de verbetering vrij snel optreed als met stopt met het eten van gluten maar dat de afname van antilichamen vrij lang duurt. Verstopte glutenbronnen en kruisreacties tussen glutenantistoffen met andere voedingsmiddelen kunnen ook ervoor zorgen dat de antilichamen langer dan 1 jaar hoog blijven.

Naast glutenvrij eten moet het cerebellum, middels balansoefeningen weer worden getraind om nieuwe verbindingen aan te kunnen maken.

 

 

Wat kun jij doen?

Wees je bewust omdat glutenataxie een relatief nieuwe ontdekking is, zijn niet alle zorgverleners het erover eens dat het bestaat. Daarom is er nog geen algemeen aanvaarde manier om het te testen of de diagnose te stellen. Dat gezegd hebbende als je iets herkend van hetgeen je hier gelezen hebt. Kijk dat je je laat testen (in ieder geval op coeliakie) je kunt veel problemen voorkomen als je op tijd achter komt dat je gluten misschien beter kunt laten staan.

Bronnen:

1. Therrien, A., Kelly, C. P., & Silvester, J. A. (2019). Celiac Disease. Journal of Clinical Gastroenterology, 54(1), 8–21. https://doi.org/10.1097/mcg.0000000000001267

 

2. Vojdani, A., O’Bryan, T., Green, J. C., McCandless, J., Kn, W., Vojdani, E., . . . Cooper, E. H. (2004). Immune Response to Dietary Proteins, Gliadin and Cerebellar Peptides in Children with Autism. Nutritional Neuroscience, 7(3), 151–161. https://doi.org/10.1080/10284150400004155

 

 

3. Croall, I. D., Hoggard, N., Aziz, I., Hadjivassiliou, M., & Sanders, D. S. (2020). Brain fog and non-coeliac gluten sensitivity: Proof of concept brain MRI pilot study. PLOS ONE, 15(8), e0238283. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0238283

 

4. Stenberg, R., Hadjivassiliou, M., Aeschlimann, P., Hoggard, N., & Aeschlimann, D. (2014). Anti-Transglutaminase 6 Antibodies in Children and Young Adults with Cerebral Palsy. Autoimmune Diseases, 2014, 1–8. https://doi.org/10.1155/2014/237107

 

5. Cristofanilli, M., Gratch, D., Pagano, B., McDermott, K., Huang, J., Jian, J., . . . Sadiq, S. (2016). Transglutaminase-6 is an autoantigen in progressive multiple sclerosis and is upregulated in reactive astrocytes. Multiple Sclerosis Journal, 23(13), 1707–1715. https://doi.org/10.1177/1352458516684022

 

6. Gadoth, A., Nefussy, B., Bleiberg, M., Klein, T., Artman, I., & Drory, V. E. (2015). Transglutaminase 6 Antibodies in the Serum of Patients With Amyotrophic Lateral Sclerosis. JAMA Neurology, 72(6), 676. https://doi.org/10.1001/jamaneurol.2015.48

 

7. Hadjivassiliou, M., Aeschlimann, P., Sanders, D. S., Mäki, M., Kaukinen, K., Grünewald, R. A., . . . Aeschlimann, D. (2013). Transglutaminase 6 antibodies in the diagnosis of gluten ataxia. Neurology, 80(19), 1740–1745. https://doi.org/10.1212/wnl.0b013e3182919070

 

8. Casella, G., Santilli, I., Di Bella, C., Crisafulli, V., Villanacci, V., Baldini, V., & Bassotti, G. (2017). Cerebellar Ataxia, Celiac Disease and Non-Celiac Gluten Sensitivity. Archives of Neuroscience, In press(In press). https://doi.org/10.5812/archneurosci.44187

 

9. Burk, K. (2001). Sporadic cerebellar ataxia associated with gluten sensitivity. Brain, 124(5), 1013–1019. https://doi.org/10.1093/brain/124.5.1013

 

10. Khwaja, G. A. (2015). Gluten Sensitivity – A Potentially Reversible Cause of Progressive Cerebellar Ataxia and Myoclonus – A Case Report. Journal of Clinical and Diagnostic Research. https://doi.org/10.7860/jcdr/2015/13299.6743

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Schuiven naar boven