ADHD/ADD helpt voeding?

Op zoek naar  oplossingen voor ADHD/ADD? Ontdek of voedingsaanpassingen kunnen helpen voor jou, je partner, of je kind.

Je hebt weleens gehoord dat voeding invloed kan hebben op ADHD en ADD, maar je twijfelt. Is het resultaat het echt waard om de enorme opgave aan te gaan om de voeding van je familie, jezelf, je kind aan te passen? Je kind is al een moeilijke eter, en je familie staat er ook niet direct op te wachten. Misschien is het een heel gedoe voor een klein beetje effect?

Voeding aanpassen klinkt makkelijk, maar is dat verre van. Het lijkt zelfs soms zo ingrijpend als het aanpassen van je geloof, zo verknocht en identiteitsvormend zijn onze gewoontes rondom eten.

Ik denk dat als ik hier een artikel zou schrijven over een supplement dat even goed werkt als Ritalin, iedereen dat veel liever zou horen. Medicijnen, supplementen, gedragstherapie, psycho-educatie en bijles roepen veel minder weerstand op en lijken veel gemakkelijkere oplossingen dan het aanpassen van onze voeding. Toch geloof ik dat voeding niet alleen een onmisbaar onderdeel is om hersenen te verbeteren en klachten als ADHD, ADD, depressie, dementie, leerproblemen, enzovoort, aan te pakken, maar juist de basis vormt. En als je dan met supplementen, gedragstherapie, enzovoort aan de gang gaat, zijn de effecten van deze therapieën veel groter!

Hoe zit het dan met de invloed van voeding op onze hersenen en ADHD:

Waarom maakt het uit wat je eet als je ADHD hebt? Het is toch iets in je hoofd, zou je kunnen zeggen?

Ons brein, onze gezondheid, ons leervermogen, evenals onze emoties en gedragingen, worden allemaal beïnvloed door wat we eten. Het is zelfs zo dat veel eigenschappen die wij als karakter bestempelen, veel labels die we op onszelf of op onze kinderen plakken, het gevolg zijn van tekorten aan bepaalde voedingsstoffen en/of een (chemische) disbalans in het lichaam en de hersenen, die niets met karakter te maken hebben.

Wanneer we zeggen dat iemand onoplettend is, beter in sport dan op school, of dat iemand gewoon een rustig-angstig meisje is, of dat iemand gewoon niet veel dingen afmaakt en snel boos wordt, lijkt dat op karaktertrekken die we benoemen. Echter, veel van wat wij karakter noemen heeft niets te maken met karakter. Veel van deze gedragingen zijn symptomen van het niet optimaal functioneren van de hersenen, die niets met karakter te maken hebben en vaak door onze wil maar moeilijk te beïnvloeden zijn. Het goede nieuws is dat we deze symptomen, of de intensiteit ervan, kunnen beïnvloeden door wat we eten.

Voeding is lang erkend als een factor bij gedragsproblemen, stemming, psychische en psychiatrische aandoeningen. Voeding speelt niet alleen bij ADHD een grote rol, maar ook bij autisme, depressie, schizofrenie, bipolaire stoornis, leerproblemen, dyslexie, gedragsproblemen, dementie, het syndroom van Gilles de la Tourette en ODD (oppositioneel-opstandige gedragsstoornis). (1) (2)

Moderne voeding en de invloed op ons brein:

The current state, wherein populations in both developed and emerging economies preferentially consume nutrient-poor, energy-dense, highly processed foods, is historically unique—many people are both overfed and undernourished.

(Jerome Sarris et al.)

Onze moderne voeding, met verkeerde vetten, overmatige koolhydraten, fastfood, kant-en-klaar eten vol E-nummers, kunstmatige kleur- en smaakstoffen, en honderd andere toevoegingen, plus overmatige suikerinname, heeft ingrijpende gevolgen voor onze gezondheid en de gezondheid van onze hersenen. Om slechts enkele mechanismen te noemen:

  • Onze eenzijdige voeding draagt bij aan een fundamenteel tekort aan voedingsstoffen en bouwstoffen die nodig zijn voor een goede werking van onze hersenen.
  • Het veroorzaakt ook een uitputting van nutriënten doordat sommige stoffen zich binden aan belangrijke mineralen en vitaminen, waardoor deze niet goed opgenomen kunnen worden, wat leidt tot een tekort aan deze essentiële stoffen.
  • Verkeerde voeding verandert onze darmflora, wat resulteert in een verlangen naar ongezonde voeding en het missen van belangrijke vitamines. Dit leidt tot een tekort aan korte-keten vetzuren die essentieel zijn voor onze hersenen.
  • Daarnaast veroorzaakt verkeerde voeding ontstekingen, een lekke darm en een lekkende bloed-hersenbarrière.
  • Het beïnvloedt ook onze hormoonhuishouding en de productie van neurotransmitters.

     
     

Is voeding de oorzaak?

Verkeerde voeding is waarschijnlijk niet dé oorzaak voor het ontstaan van mentale aandoeningen. Eerder is er sprake van een samenloop van oorzaken die zich opstapelen. Er zijn zoveel factoren die kunnen bijdragen dat de specifieke mix van oorzaken bij iedereen verschillend zal zijn. Naast het samenspel van verschillende omgevingsfactoren zijn er echter ook andere onderliggende mechanismen die bijdragen aan de gevoeligheid voor het ontwikkelen van een mentale aandoening.

Een belangrijke factor hierin zijn epigenetische veranderingen.

Waar in de afgelopen jaren veel ziektes en aandoeningen werden verklaard met het argument “het is genetisch” – wat vaak werd geassocieerd met machteloosheid en pech – wordt nu langzaam duidelijk dat het lichaam zich wil aanpassen aan zijn veranderende omgeving. Naast trage genetische aanpassingen die generaties duren, heeft het lichaam ook de mogelijkheid tot snelle epigenetische aanpassing. Genen kunnen namelijk aan of uit worden gezet, afhankelijk van de druk van omgevingsfactoren. Hierdoor kan het lichaam zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden, zonder te hoeven wachten op generaties van natuurlijke selectie voor verbetering.

Concreet betekent dit dat onze wereld voortdurend verandert. We eten anders dan 100 jaar geleden, bewegen anders, worden blootgesteld aan stoffen die ons lichaam niet kent, hebben andere slaap- en werkpatronen. Ons lichaam probeert zich hieraan aan te passen door enzymen aan of uit te zetten, transporteiwitten aan te maken of juist weg te halen, en signalen af te geven om ons te waarschuwen (lees: symptomen die we snel onderdrukken) en zo snel mogelijk weer een evenwicht te bereiken.

Deze epigenetische aanpassingen beginnen al in de buik van de moeder, en afhankelijk van de druk van de omgeving (voeding, medicatie, infecties, toxines, stress, traumatische ervaringen, enz.) kunnen deze aanpassingen zich manifesteren als ziekte, of slechts als een latent aanwezige gevoeligheid die onzichtbaar blijft zolang we ons in een gunstige omgeving bevinden.

Niet alleen jouw voeding is van belang, maar ook de voeding van je moeder tijdens de zwangerschap:

Recentelijk is er steeds meer onderzoek gepubliceerd over de invloed en het belang van de gezondheid en gezonde voeding van de moeder tijdens de zwangerschap. In deze cruciale periode, waarin alle belangrijke organen en ook de hersenen van de foetus worden gevormd, is het essentieel dat de moeder geen tekort heeft aan belangrijke bouwstoffen voor het kind. Anders kunnen er foutjes ontstaan. Bovendien kunnen genen van het kind, getriggerd door het milieu in de buik van de moeder, aan of uit worden gezet, wat de basis kan vormen voor verminderde weerstand tegen milieu-invloeden later in het leven.

Maternal and early-life nutrition is also emerging as a determinant of later mental health outcomes in children Nutritional medicine as mainstream in psychiatry)

Is voeding de oplossing?

Nee, voeding alleen hoeft niet dé oplossing te zijn voor alle problemen, omdat er veel andere factoren een rol spelen. Gifstoffen (uit schoonmaakmiddelen, bestrijdingsmiddelen, crèmes, tandpasta, zeep, verpakkingsmateriaal), medicijnen, antibiotica, schimmels in gebouwen, infecties, een stressvolle omgeving, te weinig beweging en zonlicht kunnen ook allemaal bijdragen aan het probleem. Echter, voeding vormt wel het fundament van gezondheid en daarmee ook van het ziek blijven.

Voeding is een van de belangrijkste van deze omgevingsfactoren, aangezien we dagelijks meestal minimaal 3 keer per dag eten. Met wat we eten kunnen we dus of continu olie op het vuur gieten, wat op den duur tot problemen leidt. We kunnen echter ook zorgzaam zijn als een tuinman door dagelijks te gieten, voor goede meststof te zorgen, de aarde te verbeteren zodat onze (darm)flora goed kan groeien. Welke van de twee we kiezen, maakt nogal verschil. Sommige mensen lijken weinig last te hebben van slechte gewoontes; zij hebben blijkbaar een sterke basis meegekregen, een stabiel besturingssysteem. Anderen zijn hier jammer genoeg niet mee gezegend en hebben juist last van een instabiel besturingssysteem dat niet al te veel programma’s tegelijk aankan.

Dat klinkt misschien nog vaag en niet belangrijk genoeg om je familie over te halen om anders te eten. Laten we daarom eens kijken naar wat de wetenschap hierover zegt.

Lange tijd is er weinig onderzoek gedaan naar de invloed van voeding. Wanneer er wel onderzoek is gedaan, is vaak grootschalig onderzoek gebruikt waarbij mensen zelf aangeven wat ze eten en welke ziektes ze krijgen, waaruit correlaties zijn afgeleid. Ook is er onderzoek gedaan naar specifieke geïsoleerde stoffen. Echter, wat een bepaald voedingspatroon voor invloed heeft op een specifieke aandoening en een vergelijking van verschillende voedingsinterventies, is jammer genoeg moeilijk in een wetenschappelijk onderzoek te persen vanwege de vele factoren die de uitkomst kunnen beïnvloeden.

Er zijn met name twee soorten studies gedaan bij ADHD:

A. Suppletie-studies (onderzoek naar specifieke tekorten en de aanvulling middels supplementen)

B. Eliminatie-studies (het weglaten van voedingsstoffen waar men gevoelig op reageert) (4)

Bij de suppletie-studies springen vooral de volgende stoffen eruit: Zink, ijzer, multivitaminen en omega 3.

Bij de eliminatie-studies is met name onderzoek gedaan naar de volgende (voeding)stoffen:

  1. De eliminatie van kunstmatige geurstoffen, kleurstoffen, smaakstoffen, emulgatoren, conserveermiddelen, zoetstoffen en andere biochemische stoffen (zoals bijvoorbeeld in het Feingold-dieet).
  2. De eliminatie van suiker en zoetstoffen, waarbij met name indirecte effecten zijn aangetoond.
  3. De eliminatie van “natuurlijke” voedingsstoffen waarop sommige personen allergisch zijn of gevoelig voor kunnen zijn, zoals gluten, caseïne, soja, noten, eieren, chocolade en peulvruchten (vaak getest door een streng dieet, zoals een few foods-dieet).

     

Een belangrijke en uitgebreide studie komt uit eigen land. De Universiteit van Wageningen heeft onderzoek gedaan naar voeding en ADHD en is tot de opzienbarende conclusie gekomen dat wat je eet 100% invloed heeft op ADHD.

In 2011 heeft Wageningen (WUR) onderzoek gedaan naar ADHD. (5) De studie, genaamd de INCA-studie, was een dubbelblind onderzoek waar 100 kinderen tussen 4-8 jaar aan deelnamen. Uit de studie is gebleken dat ADHD bij zestig procent van de kinderen kan verdwijnen als het kind gedurende vijf weken een streng dieet volgt, het zogenaamde RED (Restricted Elimination Diet) dieet.

De studie was opgebouwd uit 2 fasen. Eerst werd onderzocht op welke stoffen de kinderen reageerden (kleurstoffen, E-nummers, gluten, caseïne, enz.) en werden individuele gevoeligheden voor bepaalde voedingsstoffen vastgesteld. Vervolgens werden alle voedingsstoffen die reacties opriepen weggelaten. Er werd wel op gelet dat noodzakelijke voedingsstoffen middels een aantal ‘veilige’ voedingsmiddelen werden opgenomen. In de tweede fase van het onderzoek werden voedingsmiddelen waarvan bekend was dat de kinderen erop reageerden, voordat ze met het dieet begonnen, heringevoerd om te zien of er een duidelijk verband was tussen de symptomen en het voedingsmiddel. Dit verband was duidelijk zichtbaar. (6)

Nu wordt net een vervolgstudie opgestart. Om het hele traject nog beter te begrijpen, wordt gekeken naar de achterliggende mechanismen: darmen, via het bloed tot de hersenen. Met behulp van bloed-, urine- en ontlastingsonderzoek wordt gekeken naar de invloed van de darmbacteriën op de gevoeligheid voor voeding. Met fMRI-scans worden de hersenen onderzocht. Er wordt gekeken in hoeverre het dieet bepaalde genen aan- of uitschakelt. Ik ben heel benieuwd naar de uitkomst.

Het is belangrijk op te merken dat in de INCA-studie, zodra de kinderen terugkeerden naar hun oude dieet, de symptomen ook weer terugkwamen.

Dieet/ Gezonde voeding in de praktijk:

Dergelijke studies laten zien hoe groot de invloed van eten op de hersenen is. Een streng dieet lijkt op den duur echter niet vol te houden en is ook niet wenselijk, zoals blijkt uit de klinische ervaring van veel therapeuten met mensen die langdurig op een beperkt dieet hebben gezeten.

Wat je je echter af zou moeten vragen is waarom werkt een streng dieet zo goed?

Wat je je echter zou moeten afvragen, is waarom een streng dieet zo goed werkt. Blijkbaar spelen gevoeligheden voor bepaalde voedingsstoffen, allergieën en de samenstelling van de darmflora een belangrijke rol bij het ontstaan/voortbestaan van gedragsproblemen bij ADHD. Als dat zo is, zou je ook verder kunnen redeneren dat alles wat we nu doen om met ADHD om te gaan, gedragstherapie, psycho-educatie, medicijnen en supplementen, (7) een poging is om symptomen aan te pakken, terwijl we tegelijkertijd olie op het vuur blijven gooien. Wat alle andere therapieën permanent onderuithaalt omdat de basis waarop je kunt opbouwen, de voeding mist.

Wil je meer weten over hoe voeding ons gedrag beïnvloed lees dan hier verder

Dieet of manier van leven:

Een punt is zeker: als je van een streng dieet terugkeert naar junkfood, kan het heilzame effect van het dieet niet behouden blijven. Dus je moet wel gezond blijven eten. Dat hoeft echter niet te betekenen dat je op dit beperkte dieet zou moeten blijven op de lange termijn. Juist een rijk dieet, vol vitaminen, mineralen, gezonde vetten en antioxidanten zou in dit geval het einddoel moeten zijn. Zoveel mogelijk onbewerkt, onbespoten, zonder toevoegingen, op de juiste manier bereid eten.

Als we het gezond eten in plaats van een gezond dieet noemen, wordt duidelijk dat het geen eenmalige ingreep is maar eerder een manier van leven zou moeten zijn.

Dieet is de basis maar wat verder nog:

Vanuit een orthomoleculair oogpunt zou je, naast het dieet als basis, nog veel meer moeten doen voor duurzaam succes. Het is belangrijk om niet alleen de triggers weg te nemen (8) (9) (10) maar ook de darm te herstellen, omdat een lekke darm juist kan leiden tot gevoeligheden voor bepaalde voedingsstoffen. De darmflora moet weer in balans worden gebracht. (11) (12) Het aanpakken van ontstekingen en het corrigeren van eventuele hormonale verstoringen zijn ook noodzakelijk. Daarnaast is het van belang om epigenetische zwaktes op te sporen en eventuele structurele tekorten aan te vullen met supplementen.

Ook hier eindigt de speurtocht nog niet.

Ook alle andere factoren die het gedrag beïnvloeden, zijn van belang. Slaapt iemand goed, beweegt iemand genoeg, is er sprake van overstimulatie of onderstimulatie van bepaalde hersengebieden? Om welke vorm van ADHD gaat het? Welke neurotransmitters werken niet goed? Is er sprake van ontsteking in de hersenen? Is er over- of ondermethylatie van bepaalde genen die tot chemische disbalans leiden, wat weer gedrag beïnvloedt? Of is er een aangeboren probleem met de aanmaak en verwerking van bepaalde stoffen?

Al deze onderwerpen spelen mee, maar de basis van alle ingrepen blijft goede voeding!

bronnen:

1. Diet and attention deficit hyperactivity disorder (2009) Harvard Health Newsletter https://www.health.harvard.edu/newsletter_article/Diet-and-attention-deficit-hyperactivity-disorder

2. The pharmacological and non-pharmacological treatment of attention deficit hyperactivity disorder in children and adolescents: A systematic review with network meta-analyses of randomised trials.(2017) Catala-Lopez F, Hutton B, Nunez-Beltran A, et al. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/28700715

4. Does nutrition play a role in ADHD https://www.healthline.com/nutrition/nutrition-and-adhd#section3

5. Geen ADHD meer met een dieet (2019) Weblog WUR https://weblog.wur.nl/uitgelicht/groot-onderzoek-naar-adhd-en-voeding/

6. ADHD, a Food-Induced Hypersensitivity Syndrome: in Quest of a Cause Lidy
M. J. Pelsser
https://www.adhdenvoeding.nl/wp-content/uploads/2016/10/1.Proefschrift-ADHD-en-Voeding.pdf

7.
Elimination diets’ efficacy and mechanisms in attention deficit
hyperactivity disorder and autism spectrum disorder. Eur
Child Adolesc Psychiatry
.
(2017) Ly V, Bottelier M, Hoekstra PJ, Arias Vasquez A, Buitelaar JK,
Rommelse NN. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5591346/

8.
Psychiatric Comorbidity in Children and Adults with Gluten-Related
Disorders: A Narrative Review (2018) M. Slim et al.
https://www.mdpi.com/2072-6643/10/7/875/htm

9.
Association of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder and Celiac
Disease: A Brief Report
(2011)
H. Niederhofer https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3184556/

10.
Increased zonulin is associated with hyperactivity and social
dysfunctions in children with attention deficit hyperactivity
disorder. (2018) Özyurt G et al.
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/30414552

11.
A Gut Feeling: A Hypothesis of the Role of the Microbiome in
Attention-Deficit/Hyperactivity Disorders 2018
Xue
Ming et
al.https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/2329048X18786799

12.Gut microbiome in health and disease: Linking the microbiome-gut-brain axis and environmental factors in the pathogenesis of systemic and neurodegenerative diseases. Pharmacology & therapeutics, (2015) Ghaisas, S., Maher, J., & Kanthasamy, A. https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4747781/

13.The Mediterranean Diet and ADHD in Children and Adolescents (2016 ) Maria Izquierdo-Pulido https://pediatrics.aappublications.org/content/139/2/e20162027

3 gedachten over “ADHD/ADD helpt voeding?

  1. Sinds kort heb ik de diagnose adhd gekregen. Niet zomaar adhd maar alle mogelijke vormen en combinaties. Ik ben 58 jaar en al ruim 13 jaar ernstig vermoeid. Ik weet dat een streng koolhydraatarm dieet in combinatie met een lactosevrij dieet, helpt om me wat beter te voelen. Dat voeding een belangrijke rol speelt, daar ben ik al jaren van overtuigd. Het is heel fijn om nu eindelijk eens te lezen dat het ook daadwerkelijk klopt. Voor mij een reden om ernog een schepje bovenop te doen. dank voor dit artikel.

    Groeten Dennis.

  2. Gelukkig zijn er ook artsen die jaren na hun studie, er achter komen dat nadere bestudering van lichaamseigen stoffen op celniveau ( is biochemie) een welkome verbinding legt op met eigen vakgebied.
    ‘Had ik dat maar geweten tijdens mijn studietijd;
    maar ja wist ik veel.., slechts 2 uur college in biochemie gehad, alleen in het 2e studiejaar.. ging vooral over Dr Moerman.
    Wel interessant toen..’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schuiven naar boven